Ga in gesprek met de jongere
Als de jongere nog in beeld is, voert u, afhankelijk van de situatie en uw relatie tot de jongere, een informeel gesprek met de jongere om te weten te komen wat er bij deze jongere speelt, met wie hij of zij omgaat en wat mogelijk (achterliggende) hulpvragen zijn. Vertrouw in de eerste plaats op de gespreksvaardigheden die u al bezit.
Wat kunt u bespreken?
Hoe gaat de jongere om met de gebeurtenis? Zijn er ook andere gebeurtenissen die mogelijk werken als triggerfactor in het radicaliseringsproces? Hoe gaat het thuis, en met zijn of haar vriendengroep? Met wie gaat de jongere nog wel om in zijn of haar vrije tijd? Wat is zijn of haar wereldbeeld? Is de jongere gemakkelijk beïnvloedbaar? Door de ervaringen die de jongere deelt, kunt u nagaan wat de impact is van de gebeurtenis. De jongere kan tegelijkertijd emoties uiten en deze zo een plek geven.
Voer een open, begripvol, onbevooroordeeld en nieuwsgierig gesprek. Vermijd discussie als de jongere zijn ervaringen, idealen en/of denkbeelden uitspreekt. Ook benoemt u zorgen over mogelijke radicalisering niet in het gesprek.