Maak een verdere inschatting van de situatie en risico’s
Maakt u zich naar aanleiding van het individuele gesprek of groepsgesprek zorgen om een of meerdere leerlingen? Dan is het belangrijk dat u deze zorgen deelt.
Bespreek ze met uw directe collega’s of iemand in uw organisatie die meer weet over zorgvragen en in het bijzonder radicalisering. Soms is dat de zorg- en/of veiligheidscoördinator. Kan of lukt dit niet, dan kunt u ook terecht bij Stichting School en Veiligheid.
Samen met anderen maakt u een inschatting van de situatie. Is er bij de leerling(en) in kwestie echt sympathie voor de propaganda, en waarom? Heeft het te maken met hun rechtvaardigheidsgevoel, of zijn ze vooral geïnteresseerd in sensatie? Zijn er ook andere gebeurtenissen die mogelijk werken als triggerfactor in het radicaliseringsproces? Is deze leerling (daardoor) extra kwetsbaar? Hoe groot is de kans op ontsporing of ander zorgelijk gedrag? Let ook op signalen die een vermoeden van radicalisering juist weerspreken. Klik hier voor extra tips, tools en trainingen die u helpen bij de inschatting van de stituatie en risico's.
Verdere aandachtspunten
- Voelt de leerling zich aangetrokken tot een extreme ideologie?
- Wijst hij of zij de maatschappij af?
- Is hij of zij op zoek naar gelijkgestemden of een groep om zich bij aan te sluiten?
- Voelt de leerling zich achtergesteld?
- Voelt hij of zij zich onderdeel van de maatschappij en hoe denkt de leerling over het overtreden van regels en gebruik van geweld?
- Voelt de leerling zich superieur ten opzichte van anderen?
- Welke personen in het sociale netwerk zijn een risicofactor, of juist een beschermende factor?
- Het is goed om de mogelijke drijfveren van de leerling hierin mee te nemen: is hij of zij erg zoekende naar identiteit, betekenis, rechtvaardigheid en/of sensatie?
Een vervolggesprek met de leerling kan ook helpen, net als een gesprek met zijn of haar ouders of anderen in de directe persoonlijke omgeving van de leerling. Benoem in deze gesprekken niet het onderwerp radicalisering. Informeer de leerling over wie u in zijn of haar omgeving benadert. Bij leerlingen vanaf zestien jaar geldt als hoofdregel dat de jongere toestemming moet geven om met de ouders over hem of haar te spreken.
Zie ook de brochure voor algemene informatie die helpt bij de inschatting van de situatie.
Wat kunt u nog meer doen?
- Zorg ervoor dat er een deskundig aanspreekpunt binnen uw organisatie is aangewezen en opgeleid bij wie u terechtkunt met zorgvragen over radicalisering. Bij medewerkers moet bekend zijn wie dit is en hoe zij hem of haar kunnen bereiken. Belangrijk is het verder dat iedereen op de hoogte is van wat er met informatie gebeurt die intern wordt besproken. Hoe u dit vastlegt in een dossier leest u in de Werkwijze informatie delen bij mogelijke radicalisering.
- Over het voeren van een (vervolg)gesprek met de leerling leest u meer in het informatieblad Radicalisering: het individuele gesprek aangaan. Ook kunnen leraren in het voortgezet onderwijs en mbo de digitale module ‘Omgaan met extreem gedrag en polarisatie’ van Stichting School en Veiligheid gebruiken. Stichting School en Veiligheid biedt trainingen aan over hoe docenten en mentoren zich voorbereiden op deze gesprekken. Op de website van Platform JEP staan ook concrete tips hoe een gesprek te voeren. Vraag er ook een uitgebreide handleiding op.
- Ouders of andere familieleden met hulpvragen over hun zoon, dochter, broer of zus die mogelijk radicaliseert, kunt u verwijzen naar het Landelijk Steunpunt Extremisme of de Hulplijn Radicalisering van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN).
Inschatting van de situaties en risico's met externe professionals of vrijwilligers
Is het beeld onvoldoende duidelijk, of is er een multidisciplinaire aanpak nodig? Neem dan contact op met externe professionals of vrijwilligers. Zij hebben mogelijk meer of andere informatie over de leerling en weten meer over het leven van de leerling buiten de school.
Let wel op wetgeving, lokale protocollen en afspraken die er binnen de school gelden over informatiedeling en privacy. De toestemming van de leerling en/of ouders is nodig om zorgen te delen, behalve als er een zware grond is om dat niet te (hoeven) doen. Afhankelijk van de situatie kunt u er ook voor kiezen informatie te delen zonder persoonsgegevens.
Maakt u zich zorgen over mogelijke radicalisering? Vraag dan advies bij de gemeente. Of neem contact op met Stichting School en Veiligheid. U hoeft daarbij niet de naam van de leerling te noemen.
Wat kunt u nog meer doen?
- Voor extern overleg gelden andere regels. Zorg als school voor een helder protocol voor het delen van informatie met externe professionals. Hiervoor is ook de Verwijsindex in het leven geroepen. Deze zijn regionaal georganiseerd. Op de website van Multisignaal vindt u er meer informatie over. U kunt ook bij uw gemeente terecht.
- Gebruik de Werkwijze informatie delen bij mogelijke radicalisering, ontwikkeld door Platform JEP.
- Of bekijk de e-tool privacy voor algemene grenzen en mogelijkheden bij informatiedeling.
- Belangrijk is het dat u op de hoogte bent van wat er met de informatie gebeurt die u met externen bespreekt.
- Bij de informatie-uitwisseling met externe professionals is de opbouw van een vertrouwensband belangrijk. Probeer deze te versterken, ook als er nog geen directe aanleiding is. Vanuit dat vertrouwen kunt u informatie met elkaar te delen.