Neem vervolgstappen in geval van mogelijke radicalisering
Na de inschatting van de situatie zijn er twee conclusies mogelijk: 1. Er zijn zorgen over de cliënt, maar (op dit moment) niet in het kader van radicalisering, en 2. Er zijn wel zorgen over radicalisering.
1. Is er sprake van een zorgelijke situatie, maar (op dit moment) niet in het kader van radicalisering?
Zet dan de hulpverlening voort. Afhankelijk van de situatie betrekt u hierbij externe professionals, vrijwilligers en/of ouders. Afhankelijk van de zorg of hulpvraag werkt u samen aan een plan voor zorg, hulp en ondersteuning. Denk hierbij ook aan de afspraken rond privacy en informatiedeling. En blijf samen met anderen alert op mogelijke radicalisering.
Wat kunt u nog meer doen?
Koppel, om de cliënt te ondersteunen, hem of haar aan een rolmodel, jongerencoach of mentor. Hieraan kan hij/zij zich optrekken. De cliënt moet hier wel geschikt voor zijn. Van belang is een goede match tussen de cliënt en rolmodel of mentor. Deze moet een peer zijn voor de cliënt met wie hij of zij zich identificeert.
2. Zijn er serieuze zorgen over radicalisering?
Dan meldt u of uw organisatie dit bij het gemeentelijk contactpunt radicalisering. Ook is een melding noodzakelijk als de cliënt anderen ronselt voor een radicale groep of stroming of als hij of zij op een andere manier bijdraagt aan een extremistische organisatie. Het gemeentelijk contactpunt radicalisering kan een vast meld- en adviespunt zijn, maar ook het Veiligheidshuis of een ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid. Voor verdere inschatting van de situatie kan de gemeente de melding met andere partijen, zoals professionals en politie bespreken.
Vervolgens volgt een plan van aanpak en de toewijzing van een duidelijke regisseur. De aanpak richt zich op de achterliggende problematiek en betrekt de juiste mensen in de omgeving van de cliënt. Neem de mogelijke drijfveren van de cliënt hierin mee: Zoekt deze naar identiteit, betekenis, rechtvaardigheid en/of sensatie? Een vrijwilligersorganisatie, een sportvereniging of religieuze organisatie kan hiervoor een alternatief bieden.
Wat kunt u nog meer doen?
- Zorg voor duidelijkheid over wat er met de signalen gebeurt. Waar en in welke overleggen komen deze signalen terecht? Hoe vindt terugkoppeling plaats? En wat is uw rol bij de verdere inschatting van de situatie en vaststelling en uitvoering van de aanpak? Bespreek dit van tevoren met de gemeente, die de regie heeft over dit soort overleggen. Maak ook met de politie afspraken over samenwerking en het delen van signalen. Een convenant kan hierbij helpen.
- Ga na of uw organisatie weet wat de meldstructuur van de gemeente is.
- Houd bij zorgen over radicalisering contact met de cliënt, tenzij de situatie te riskant is of de eigen veiligheid in gevaar. Volg hierbij uw instinct. U kunt de risico-inschatting en dreiging bespreken met de politie of het veiligheidshuis.
- Als er zorgen zijn over radicalisering bespreek dan intern of u de juiste persoon bent voor behandeling of begeleiding. Er zijn situaties denkbaar waarin een hulpverlener met meer kennis en ervaring op dit terrein de hulpverlening overneemt.
Wijzen signalen op direct gevaar en/of (ernstige) veiligheidsrisico's?
Bel dan direct de politie of 112. Bespreek wie vanuit de organisatie het beste de melding kan doen. Houd er rekening mee dat met een melding bij de politie uw naam en adres bekend worden. Bij vermoedens van strafbaar extremisme (waarbij de wet wordt overtreden) bestaat de mogelijkheid om anonieme melding te doen bij Meld Misdaad Anoniem.