Geleerde lessen andere interventies
Eerder onderzoek naar interventies gericht op de preventie van radicalisering leverde interessante inzichten op. De belangrijkste aandachtspunten staan hieronder.
Een goede voorbereiding is echt het halve werk
Start met een heldere visie op de interventie. Hierbij helpt het om over onderstaande vragen na te denken:
- Op welk maatschappelijk vraagstuk/welk probleem is de interventie een antwoord?
- Wat wil de gemeente met de interventie bereiken en op welke wijze? (formuleer niet alleen een hoofddoel, maar ook meetbare subdoelstellingen)
- Welke personen en/of organisaties moeten bij de interventie betrokken worden?
- Welke rollen en functies vervullen deze personen en/of organisaties?
Een goed uitgewerkt plan van aanpak, waar de antwoorden op deze en andere vragen in zijn opgenomen, zorgt voor een solide basis bij de invoering van een interventie. Daarnaast helpt het enorm bij het evalueren, doorontwikkelen en borgen van de aanpak.
Draagvlak is essentieel
Draagvlak is cruciaal bij een interventie.
Verschillende niveaus:
- Bestuurlijk draagvlak: Zorg voor bestuurlijk draagvlak door het college van B&W en de gemeenteraad te betrekken bij de aanpak en regelmatig verantwoording af te leggen. Evaluaties zijn goede hulpmiddelen voor deze verantwoordingen.
- Draagvlak bij maatschappelijke stakeholders: Het is belangrijk dat de gemeente ‘voorwerk’ verricht om bij lokale partijen draagvlak te creëren voor een interventie. Interventie door een externe partij kan weerstand oproepen bij lokale organisaties. Begin daarom op tijd met het leggen van contact met deze organisaties om commitment te realiseren. Dit kan ook door hen al bij het opzetten en uitdenken van de interventie actief te betrekken.
Breng structuur aan in de samenwerking
Voor het uitvoeren van een interventie is het vaak noodzakelijk met verschillende partijen samen te werken.
- Maak duidelijke afspraken over het doel van de aanpak, de rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen en de wederzijdse verwachtingen.
- Zorg dat proceslijnen duidelijk zijn uitgewerkt. Zeker met betrekking tot het delen van informatie. Radicalisering is een gevoelig onderwerp. Het is daarom van belang dat alle betrokken partijen goed weten hoe er met de informatie wordt omgegaan en dat dit op een veilige manier gebeurt. Denk bijvoorbeeld aan het inrichten van een eenduidig proces voor het melden van signalen omtrent radicalisering en de terugkoppeling daarop.
Tip: De werkwijze ‘informatie delen bij mogelijke radicalisering’.
Let op voor stigmatisering
In veel gemeenten is sprake van diverse vormen van extremisme (bijvoorbeeld rechts-extremisme). Zorg dat je als gemeente hiervan op de hoogte bent en zet acties en interventies in op basis van de omvang en ernst van de radicalisering. Voorkom stigmatisering door aandacht te houden voor de diversiteit van mensen, het type radicalisering en organisaties waarmee wordt gewerkt in de preventie van radicalisering.
Gevoel van veiligheid is essentieel
Naast het voorkomen van stigmatisering is het van cruciaal belang dat de doelgroep voor de interventie zich veilig voelt bij (de uitvoerders van) de interventie. Bij trainingen of (na)gesprekken rondom theatervoorstellingen is het van belang dat een veilige setting wordt gecreëerd waarin deelnemers zich vrij voelen hun mening en ervaringen te delen. Duidelijke afspraken over een follow-up en een kleine setting kunnen daaraan bijdragen. Ook belangrijk is dat een trainer of gespreksleider (of uitvoerder van een ander type interventie) een neutrale en niet-veroordelende houding aanneemt.
Investeer in evalueren
Periodiek checken en evalueren van het verloop en de resultaten maakt het mogelijk de interventie waar nodig bij te schaven en te verbeteren. Aandachtspunten zijn:
- Denk al bij het opzetten van de interventie na over wat, hoe en wanneer wordt geëvalueerd. Start direct met het verzamelen van de benodigde data.
- Zorg voor duidelijke afspraken tussen de gemeente en de uitvoerder van de interventie over de uitvoering van evaluaties en de bijbehorende dataverzameling. Denk aan de volgende punten:
- Maak afspraken van de evaluaties (uitvoering en de opbrengsten).
- Stel samen de meetbare indicatoren vast.
- Maak afspraken over de uitvoering van de evaluatie. Zoals: wie doet wat, wat wordt van alle betrokkenen verwacht, welke methoden van onderzoek worden ingezet, met wie wordt in de evaluatie gesproken (moeders, trainers, jongeren)?
- Zorg voor een cultuur-sensitieve evaluatie. Betrek onderzoekers met (kennis van) relevante culturele achtergronden en, waar nodig, beheersing van de taal.
Denk (tijdig) na over doorontwikkeling en borging van de interventie
Gekoppeld aan de evaluatie(s), is het belangrijk om op tijd stil te staan bij het door ontwikkelen en borgen van de interventie. De volgende punten zijn belangrijk:
- Hoe kan de interventie financieel worden geborgd?
- Ontwikkel en beargumenteer de inzet van de interventie zodat duidelijk is welk probleem door de inzet van deze interventie bij welke doelgroep wordt opgelost. En welke doelgroepen eventueel nog met deze interventie kunnen worden bereikt.
- Geef aan hoe de interventie past en nodig is binnen de gehele aanpak van radicalisering van de gemeente.
- Borg lokale inbedding van de interventie door bijvoorbeeld uitvoerders of trainers op te leiden.