Tools en trainingen voor professionals
Er bestaan verschillende tools en trainingen die professionals helpen om in een casus tot een professioneel oordeel te komen, en om hierop te reflecteren. De trainingen van het ROR en het Werkatelier informatie delen bij vermoedens van radicalisering zijn specifiek bedoeld voor vraagstukken rondom radicalisering. Het Niet-pluisinstrument en de Bramtool worden ook bij andere casuïstiek gebruikt.
• Niet-pluisinstrument
• Trainingen ROR
• Bramtool
• Werkatelier informatie delen bij vermoedens van radicalisering
Niet-pluisinstrument
Het Niet-pluisinstrument is een intervisietool voor docenten. Het doel is om door uitwisseling van informatie en door het spiegelen van observaties en interpretaties een beter beeld van een jongere te krijgen. Het instrument is ontwikkeld door Stichting School & Veiligheid.
Sonja Box en Rian Peeters zijn beiden docent en trainer op scholengemeenschap Were Di in Valkenswaard. Ze waren betrokken bij de ontwikkeling van het Niet-pluisinstrument en hebben het instrument gebruikt in een casus van een mentorleerling.
'De tool prikkelt om je blik te verbreden, vooral door te kijken naar de risicofactoren en de beschermende factoren'
'Een onderbuikgevoel heb je niet voor niets. Maar vaak is het moeilijk om te bedenken wat je ermee moet doen. Dit instrument geeft erkenning dat je onderbuikgevoel er mag zijn. Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat je er niet in blijft hangen. De tool prikkelt om je blik te verbreden, vooral door te kijken naar de risicofactoren en de beschermende factoren. Je denkt niet meer alleen vanuit je zorgen, maar ook vanuit de feiten. En je kunt woorden geven aan je gevoel, doordat je er met elkaar over in gesprek gaat.
De tool is in stappen opgebouwd, wat houvast en zekerheid geeft. In de tool zitten gerichte vragen over verschillende domeinen. De thuissituatie, vrienden, sport, hobby's, interesses en eigenschappen van een kind. Op een laagdrempelige manier verzamel je informatie waar je praktisch mee verder kunt.
Er kan uitkomen dat een bepaald domein een blinde vlek is. Dan ga je kijken hoe je antwoord kan krijgen op die vragen en wie je daarvoor nodig hebt. Ook kan blijken dat er te weinig beschermende factoren zijn. Dan moet je actie ondernemen door bijvoorbeeld het zorgteam in te schakelen. Een derde uitkomst kan zijn dat er voor nu voldoende beschermende factoren zijn. Dan kun je je onderbuikgevoel loslaten, maar blijf je de jongere wel volgen.
We hebben de tool gebruikt in een casus van een mentorleerling over wie we ons zorgen maakten. Voor de risicofactoren plakten we gele Post-its op een flap, voor de beschermende factoren blauwe. Aan het einde zagen we veel meer blauwe Post-its. Dat gaf opluchting. Veel meer mensen waren in positieve zin bij dit meisje betrokken.
De tool werkt ook als een checklist. Zorg dat je dit weet, en dat je dit hebt gedaan. Daardoor wisten we dat we de goede stappen hadden gezet. Ons gevoel over deze leerling konden we beter loslaten.
In het algemeen merken we dat we nu andere vragen stellen aan leerlingen. Zo willen we de informatie duidelijker krijgen voordat we er met een collega over gaan sparren. We maakten ons bijvoorbeeld zorgen over een leerling met spanningen thuis. We merkten dat we onszelf al de vraag stelden: zijn er ook beschermende factoren? Dat geeft meteen wat rust.'
Meer weten?
Kijk op de website van Stichting School & Veiligheid of bekijk deze video.
Specifiek bij vermoedens van radicalisering kunnen professionals de Werkwijze informatie delen bij vermoedens van radicalisering gebruiken. Het Niet-pluisinstrument kan ondersteunen bij stap 4 van deze Werkwijze (risico's taxeren).
Morele dilemma's bespreken tijdens een Struisvogel Sessie
Hoe reageer je als een jongere weigert mee te gaan met een bezoek aan een moskee of synagoge? Wat doe je als jongeren zich discriminerend uitlaten over minderheden? De gesprekstool Struisvogel Sessie van Kennisplatform Integratie & Samenleving en Stichting School & Veiligheid helpt om het gesprek hierover aan te gaan. Deze methode ondersteunt sociaal werkers en onderwijsprofessionals bij het omgaan met morele dilemma's rond diversiteit.
Trainingen ROR
Het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) traint professionals in de preventie en aanpak van radicalisering en extremisme. Naast een basistraining zijn er verdiepende trainingen voor onder meer ggz-professionals en jeugdprofessionals over verschillende vormen van extremisme. Naast actuele kennis bieden de trainingen de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen en te oefenen met casuïstiek die aansluit op de praktijk van de professionals.
Chahida el Mossaoui is informeel cliëntondersteuner bij Stichting KernKracht in Gouda. Ook is ze betrokken bij Stichting Gouwe Dialoog die ontmoetingen organiseert tussen mensen met verschillen in achtergrond en levensbeschouwing. In 2019 volgde Chahida de verdiepingstraining voor zorg-, jeugd- en welzijnsprofessionals.
'Wanneer is iets een signaal? Wanneer moet ik aan de bel trekken bij de gemeente? Ik vind dat nog steeds lastig, ook al draai ik al lang mee. In Gouda zijn behoorlijk veel uitreizigers geweest en de meesten van hen kende ik op een of andere manier. Dat geeft een machteloos gevoel: je ziet jongeren afglijden en kunt ze niet bereiken.
'Ik denk dat dit een van de belangrijkste dingen is: zonder oordeel een gesprek aangaan'
Onderdeel van de trainingen is het oefenen met gesprekstechnieken. Dat heeft me nieuwe inzichten gegeven, vooral omdat je oefent met mensen die je niet kent en zelf een rol speelt, maar ook observeert. Voor mij is vooral het luisteren belangrijk. Soms ben je te gefocust op wat je wilt horen dat je daardoor de kern kan missen. Stel, jij wilt me vertellen dat je met een imam hebt gesproken die fantastische ideeën heeft, maar eigenlijk twijfel je over deze imam. Als ik dan meteen reageer met wat ik ervan vind, ga jij niet meer vertellen waarom je twijfels hebt. Ik denk dat dit een van de belangrijkste dingen is: zonder oordeel een gesprek aangaan.
In de training kregen we ook basiskennis mee over radicalisering en bijvoorbeeld over de islam. Het is goed om die informatie helder te hebben, zodat je ook het gesprek kunt voeren met een jongere die hiermee bezig is. Niet om te vertellen wat hij moet doen, maar om vertrouwen te creëren.
Het is goed dat professionals, maar ook mensen zoals ik die al lang in het vrijwilligerswerk zitten, hierin worden getraind. Ik denk dat er namelijk meer broeit dan we weten. Het is fijn dat ik de training volgde met mensen die ik nog niet kende. Ik vind het namelijk belangrijk om een netwerk te hebben. Soms wil je je verhaal delen of bij twijfel over signalen even samen kijken: zie jij ook wat ik zie?'
Meer weten? Kijk op de website van het ROR.
Workshop Triggerfactoren
De workshop maakt je bewust van de triggerfactoren en voedingsbodems in het radicaliseringsproces. Na de workshop kan je werken met de tool Triggerfactoren en is er meer inzicht in handelingsperspectieven. Meer informatie vind je op deze website.
Bramtool
De Bramtool is een digitale ondersteuningstool die jeugdprofessionals ondersteunt bij het onderbouwen van en reflecteren op hun keuzes. De tool helpt ook bij het gesprek met ouders en jeugdigen. De tool is ontwikkeld in de Academische Werkplaats Jeugd Noord-Brabant en voor iedereen te gebruiken.
Hannie Bankers is jeugdverpleegkundige bij GGD West-Brabant en ziekenhuis-CJG'er bij CJG Breda. 'Onze casussen zijn divers: van 0 tot 19 jaar, en van weinig aan de hand tot multiprobleemgezinnen. Soms loop ik tegen een casus aan waarbij ik niet goed weet hoe ik die moet aanpakken. Het probleem is niet helder, ik heb een onderbuikgevoel of ik kan de casus niet goed duiden.
De Bramtool is een hulpmiddel om dit soort casussen te bespreken in een casuïstiekbespreking of intervisie. De tool helpt om op een rijtje te krijgen of ik overal aan heb gedacht en alle informatie heb verzameld. Dit helpt ook om mijn eigen vraag duidelijker te krijgen. Soms verzamel je veel informatie, maar weet je nog niet precies wat er aan de hand is. De vragen in de tool stimuleren om gericht na te denken wat de essentie is van de casus. Daar kunnen ook dingen van mijzelf een rol bij spelen. Wat vind ik lastig aan de casus? En denk ik dat ik deze casus zelf kan oppakken?
'De Bramtool helpt om op een rijtje te krijgen of ik overal aan heb gedacht'
Voordat ik een casus inbreng, vul ik de vragen van de Bramtool in. Dat kost een half uurtje, maar zorgt er wel voor dat ik kort en bondig de essentiële elementen van de casus opschrijf. Daardoor staat erin wat nodig is om de casus te bespreken. Wat is er aan de hand, wat is de hulpvraag van ouders of jeugdige? En wat is mijn vraag hierbij? Mijn collega's lezen dit door en weten in een paar minuten genoeg om de casus te bespreken. Daardoor kunnen ze ook gerichter doorvragen. Dat zorgt voor een efficiënte casusbespreking.
Door de tool kan ik ook beter mijn vraag formuleren. Bij een casuïstiekbespreking of intervisie stel je soms een vraag die eigenlijk niet de vraag is. Omdat de echte vraag daarachter ligt. Met de Bramtool heb ik daar beter over nagedacht. Is dit wel echt mijn vraag?'
Meer weten of de Bramtool direct gebruiken? Kijk op www.bramtool.nl.
Specifiek bij vermoedens van radicalisering kunnen professionals de Werkwijze informatie delen bij vermoedens van radicalisering gebruiken. De Bramtool kan ondersteunen bij stap 4 van deze Werkwijze (risico's taxeren).
Werkatelier informatie delen bij vermoedens van radicalisering
In een 'Werkatelier informatie delen bij vermoedens van radicalisering' reflecteren professionals aan de hand van eigen casuïstiek op hun handelen. Ze staan stil bij dilemma's waarmee ze worden geconfronteerd, vanaf het eerste niet-pluisgevoel tot aan de juridische aspecten van het delen van informatie. In het werkatelier leren professionals werken met de Werkwijze informatie delen bij vermoedens van radicalisering van Platform JEP. Platform JEP is in 2023 samengegaan met de ESS.
Ellen Jacobs is netwerkregisseur polarisatie en radicalisering bij Veiligheidshuis Parkstad. De netwerkregie voert zij uit voor de gehele regio Parkstad. Dit werkatelier organiseerde ze, samen met Platform JEP, namens de gemeente Heerlen.
'Ik zie dat collega's in het sociaal domein vaak twijfelen over signalen van mogelijke radicalisering. Ook zijn ze bang om fouten te maken en om informatie te delen die ze niet mogen delen. En wat gebeurt er eigenlijk met een melding? Eigenlijk hebben ze behoefte aan een 'meldcode radicalisering'.
Platform JEP heeft de Werkwijze informatie delen bij vermoedens van radicalisering ontwikkeld en daarmee gingen we aan de slag tijdens het werkatelier. Op basis van twee geanonimiseerde casussen hebben we het stappenplan besproken om tot een melding te komen. Dat was waardevol, want dit geeft professionals houvast. Het werd duidelijk dat als ze deze stappen volgen ze zich over het juridische aspect van informatie delen weinig zorgen hoeven te maken.
'Het is een belangrijk aandachtspunt om in een casus feiten en meningen uit elkaar te houden'
Maar ook werd duidelijk dat hier iets aan vooraf gaat, wat terugkomt in de eerste stappen van de Werkwijze. Het thema radicalisering vraagt ook nadenken over jezelf. Als professional neem je altijd jouw eigen normen en waarden mee. Het is belangrijk om je bewust te zijn van wat je daarvan projecteert op de ander en hoe je op basis daarvan oordeelt over de ander. Dit moet onderwerp van gesprek zijn binnen een organisatie. Niet alleen op het moment dat je met een casus te maken hebt.
Tijdens het werkatelier bleek dat dit gesprek bij de meeste organisaties niet wordt gevoerd. En dat er meer aandacht nodig is voor de oordeelsvorming door professionals. Die gaat immers vooraf aan de meer praktische vraag of en hoe je overgaat tot melden. We deden bijvoorbeeld een oefening over feiten en meningen. Duidelijk werd dat het nogal uiteenliep in hoeverre professionals in staat zijn om in een casus feiten en meningen uit elkaar te houden. Dat is een belangrijk aandachtspunt. Zeker voor casuïstiek op dit thema, die zoveel nuanceringen behoeft.
De professionals in het werkatelier hebben een papieren exemplaar van de werkwijze meegekregen met het verzoek deze te verspreiden binnen hun organisaties. Maar het werkatelier heeft nog meer opgeleverd. Het was ook een eyeopener voor de professionals, organisaties en gemeente: waar staan we met het veld in de aanpak van radicalisering? Het gesprek daarover hebben we hopelijk in gang gezet.'
Werkatelier informatie delen bij mogelijke radicalisering
In het werkatelier gaan we aan de slag met de ‘Werkwijze informatie delen bij mogelijke radicalisering’. Daarbij gebruiken we actuele casuïstiek, zodat je de opgedane kennis direct kunt toetsen aan de praktijk. Je leert een zorgvuldige afweging te maken in het wel of niet doorbreken van het beroepsgeheim. En je maakt kennis met juridische kaders waarbinnen jijzelf en ketenpartners kunnen handelen.