Samenwerken in sociaal en veiligheidsdomein ondanks perspectiefverschil
Verschillen tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein blijven bestaan, volgens organisatieadviseur Saskia Tjepkema. Onder andere bij de preventie van radicalisering en polarisatie. Hoe kun je daarin ondanks taal- en perspectiefverschil toch goed samenwerken? Hierbij een aantal praktische tips.
Vreedzame samenleving
Veel vraagstukken beginnen met benoemen wat je níet meer wilt. Neem extremisme en radicalisering: dat willen we voorkomen. Maar hoe ziet de wereld eruit als dit probleem er niet meer zou zijn? Dat is waar je eígenlijk op uit bent. Misschien willen we een vreedzame samenleving. Of een maatschappij waarin iedereen zijn eigen talent kan ontwikkelen. Het werkt om dat concreet te maken: waar wil je naartoe? Wat hierbij volgens Saskia helpt, is vragen of mensen een voorbeeld kunnen geven van een moment waarop hun ideaalbeeld (even) was bereikt. ‘Zo’n mini-verhaal illustreert wat je echt bedoelt en blijft hangen. Als vanzelf komen er bij anderen dan ook verhalen op. Poneer je daarentegen een stelling, dan beland je in een heel ander gesprek.’ Een stelling, zoals “de preventie van radicalisering moet anders!” roept volgens Saskia weerstand op. ‘Als je wilt samenwerken is “stellend praten” niet bevorderlijk.'
"Als je wilt samenwerken is 'stellend praten' niet bevorderlijk."
Begin met een gesprek
Bij samenwerking komt het trouwens maar weinig voor dat mensen van verschillende afdelingen of domeinen in exact dezelfde bewoordingen spreken. ‘Begin daarom liever met een persoonlijk gesprek. Bouw bijvoorbeeld een kennismakingsronde in, waarin iedereen vertelt wat er volgens hem zo mooi is aan zijn vak.’ Op die manier kun je alvast wennen aan elkaars taal, perspectief en werkcontext en ontdek je wat je met elkaar gemeen hebt. Zo vergaderden zorgprofessionals, leerplichtambtenaren en mentoren van een ROC al een tijd met elkaar in een multidisciplinair team. Pas toen de professionals met elkaar deelden waarom zij ooit kozen om – ieder op hun eigen manier – te werken met jongeren en dat vertelden aan de hand van een moment, ontstond er een gemeenschappelijke basis. Ondanks tegengestelde belangen en werkcontexten. Dat motiveerde enorm. En vanaf dat moment verliep de samenwerking een stuk soepeler. Saskia: ‘Ga op zoek naar de oerknal: waarom koos je voor dit vak? Wil je samenwerken aan vraagstukken die vragen dat je steeds improviseert, dan heb je een goede basis nodig om elkaar te snappen en te verstaan. ‘Samenwerken begint met het verbinden van mensen.’
"Samenwerken begint met het verbinden van mensen."
Gemeenschappelijke taal
Ook als het gaat over het samenwerken aan preventie van extremisme en radicalisering zijn er verschillen. Ambtenaren in het sociaal domein voelen minder vaak directe urgentie voor de preventie van radicalisering. Waar zij zich doorgaans meer richten op de lange termijn, is de focus van hun veiligheidscollega’s meer incidentgericht. In het veiligheidsdomein wordt de urgentie van preventie vaker automatisch gevoeld. Je ontkomt er volgens Saskia niet aan dat je een eigen manier van kijken meeneemt. Hoe kun je ondanks deze perspectiefverschillen goed samenwerken? Saskia haalt het voorbeeld aan van de gemeente Utrecht, die een aantal leidende principes voor de jeugdzorg formuleerde. Denk aan: “werken vanuit het vermogen van het gezin” en “doen wat nodig is”. Die principes vormen een gemeenschappelijke taal voor zowel de wethouder, de directeur, als de professional. Een kapstok die een leidraad vormt bij het praktisch handelen van alledag in de buurtteams. Maar ook bij grotere vragen, zoals het kiezen van de juiste aanbieders. Directeuren van instellingen praten vervolgens weer met hun medewerkers: hoe kunnen we volgens deze principes werken? Volgens Saskia heeft het geen zin om dit lijstje klakkeloos te kopiëren en toe te passen in een andere gemeente. ‘De principes werken in Utrecht omdat er daar met elkaar over is gepraat en de woorden betekenis hebben gekregen.’
Sneller en slimmer
Verschillen tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein zullen blijven bestaan en dat is volgens Saskia prima. ‘Het is een misverstand dat perspectieven hetzelfde moeten zijn. De kunst is: hoe kun je verschillen overbruggen?’ Daar heeft ze een paar tips voor. Formuleer bijvoorbeeld een gezamenlijk doel en bedenk wat de eerste stap is om daar te komen. Of kijk naar wat er waardevol is aan de verschillen, in plaats van het te problematiseren. ‘Het is een rijkdom dat we niet allemaal dezelfde reflexen hebben. Bedenk met elkaar wanneer je welke kwaliteiten nodig hebt.’
"Het is een misverstand dat perspectieven hetzelfde moeten zijn. De kunst is: hoe kun je verschillen overbruggen?"
Wilt u meer leren over hoe u open en constructief het gesprek voert met jongeren? Hoe u contact maakt en houdt? Dan is de training ‘Omgaan met extreme idealen’ iets voor u.
Met expliciete aandacht voor taal- en perspectiefverschil valt volgens Saskia veel winst te behalen. Vraag je bijvoorbeeld aan jongeren of ze willen meedenken over een project in de wijk? Wees je dan bewust van de taal die je gebruikt. Spreek jongeren niet aan in ambtelijke beleidstaal, maar gebruik woorden die hen raken. ‘Het kost in het begin misschien even tijd. Maar als groep werk je sneller als je hebt geïnvesteerd in het spreken van elkaars taal. Daarnaast helpt het om de intelligentie van iedereen te benutten.’
De proef op de som: praten we over hetzelfde bij radicalisering, polarisatie, preventie en samenwerken?
Als we de termen radicalisering, polarisatie, preventie en samenwerken gebruiken in ons dagelijks werk, waar doelen we dan eigenlijk op? Om te kijken in hoeverre er sprake is van perspectiefverschil, legden we deze begrippen voor aan alle interviewkandidaten uit dit magazine.
Wat versta je onder radicalisering?
Gaby Rasters, manager integrale veiligheidszorg bij de gemeente Eindhoven: ‘Bij radicalisering ga je een grens over van wat “normaal” is.’
Majid Agarbi, jeugdwerker bij Lumens Dynamo Jeugdwerk: ‘Een persoon die opeens het tegenovergestelde doet van wat hij normaal gesproken doet, iemand die radicaal veranderd is. Radicalisering gaat over een proces dat iemand doorloopt: hoe een persoon was en hoe hij nu is. Bijvoorbeeld: iemand die nog nooit alcohol heeft gedronken, gaat nu opeens heel veel drinken.’
Patrick van de Ven, manager integrale veiligheid bij de gemeente Eindhoven: ‘Vanuit veiligheidsperspectief kijken we of iemand in dat proces vergaande maatregelen treft om zijn doelen te bereiken. Dat kunnen maatregelen zijn die niet binnen de wettelijke kaders passen. Radicalisering an sich is niet slecht. Radicaal veel boterhammen met jam eten, is op zich niet slecht. Pas op het moment dat je die boterhammen tegen iemand aangooit, omdat je vindt dat hij ook boterhammen met jam moet eten, dan wordt het een probleem.’
Amy-Jane Gielen, onderzoeker en adviseur op het gebied van voorkomen van radicalisering: ‘Het proces waarbij iemand een diep ingrijpende verandering wil bewerkstellingen in de samenleving en bereid is om daarvoor geweld te gebruiken. De radicale gedachte is niet verboden. Het wordt problematisch als er buitenwettelijke methoden worden gebruikt om die verandering te realiseren.’
Huub Egberink, adviseur veiligheid bij de gemeente Enschede: ‘De zorg over een groep mensen, omdat er een beweging is ontstaan die de gevaarlijke kant opgaat. Radicale uitingen zijn prachtig. Maar we hebben in Enschede meegemaakt dat een radicale uiting binnen een mum van tijd leidde tot een aanslag op een moskee en daar heb ik geen sympathie voor. Zodra we radicalisering zien, is het alle hens aan dek.’
Malika el Mouridi, beleidsadviseur diversiteit bij de gemeente Arnhem: ‘Soms ben ik ook radicaal. Dan heb ik ideeën waarvan andere mensen zeggen dat het niet kan. Radicaal handelen hoeft niet altijd slecht te zijn, het kan ook zorgen voor vernieuwing.’
Wat betekent samenwerken eigenlijk?
Majid Agarbi: ‘Samenwerken houdt in dat je naar elkaar luistert, duidelijke verwachtingen schetst en bepaalt wie welke taak heeft. Essentieel is communicatie en het gebruikmaken van de professionaliteit van mensen.’
Amy-Jane Gielen: ‘Elkaar kennen en vanuit die positie met elkaar afstemmen en optrekken om een bepaald probleem aan te pakken. Samenwerken is een wederkerig proces dat leidt tot synergie. Een OOV-ambtenaar kan niet verwachten dat een ambtenaar uit het sociaal domein voor hem gaat lopen; hij moet zelf ook iets aan de samenwerking hebben.’
Huub Egberink: ‘Gezamenlijk de verantwoordelijkheid voelen om een onderwerp aan te pakken.’
Malika el Mouridi: ‘Samenwerken betekent ook geven en nemen. Je hebt een gezamenlijk belang, maar moet elkaar ook tegemoetkomen en de ruimte geven.’
Wat versta je onder preventie?
Gaby Rasters: ‘Preventie betekent dat je er al vroeg bij bent om te voorkomen dat jongeren afglijden.’
Patrick van de Ven: ‘Waar leg je de grens? Je hebt preventie, maar daarvoor ook nog preventie van de preventie. Het volgen van trainingen en het vormen van netwerken is onderdeel van preventie. Sommigen vinden dat ver gaan en vragen of ik zeker weet dat preventie bijdraagt aan minder radicalisering. Het lastige is: dat kun je nooit met zekerheid stellen.’
Huub Egberink: ‘Het voorkomen van ellende.’
Malika el Mouridi: ‘Preventie zit voor mij in de onderstroom en niet aan de oppervlakte. Het is een uitdaging om veel meer vanuit die onderstroom te gaan werken. Jezelf zo trainen dat je niet alleen afgaat op wat je ziet, maar ook afgaat op wat er in die onderstroom speelt.’
Wanneer spreek je van polarisatie?
Mimoun Saoudi: ‘Mensen die tegenover elkaar staan met andere ideeën. Op het moment dat iemand heel stellig is in zijn mening, kan daar polarisatie uit voortkomen. In zo’n geval is het onmogelijk om dichter bij elkaar te komen.’
Patrick van de Ven: ‘Spanningen die leiden tot negatieve effecten, zoals wij-zij-denken. Vroeger zette de gemeente in zo’n geval mediators in die twee polen tegenover elkaar zetten om er samen uit te komen. Dat werkt niet.’
Amy-Jane Gielen: ‘Een maatschappelijke tegenstelling die zich langs allerlei scheidslijnen kan voordoen, zoals religie, cultuur, leeftijd of een maatschappelijk vraagstuk. In coronatijd blijkt ook dat een naar virus voor veel maatschappelijke tegenstelling kan zorgen.’
Huub Egberink: ‘Het zichtbaar worden van tegenstellingen in de samenleving op allerlei gebied, waarbij de wil om tot elkaar te komen ver te zoeken is. De mooie kant van polarisatie is dat mensen zich in ieder geval uiten. Die discussie vind ik mooi, maar die krijgt een zwart randje als het te ver gaat.’
Malika el Mouridi: ‘Niet bereid zijn om de ander te willen zien, maar vooral veiligheid te voelen in eigen kring. Polarisatie maakt diversiteit in de samenleving zichtbaar. Aan ons de uitdaging om dat in goede banen te leiden.’
De conclusie: ‘Perspectieven vullen elkaar aan’
Saskia Tjepkema, organisatieadviseur en coach: ‘Als ik de antwoorden lees, dan voel ik de zorg en de drive doorklinken: deze mensen willen individuen en de samenleving behoeden voor de negatieve kanten die radicalisering en polarisatie met zich mee kunnen brengen. Ze willen zich inzetten voor samenwerken en preventie. Tegelijk zie ik ook verschillen: het ene antwoord gaat veel meer over de “binnenwereld” van personen: wat maakt dat iemand radicaliseert? Andere antwoorden gaan in op het perspectief van de “buitenwereld”: wat gebeurt er in de maatschappij als groepen radicaliseren of als er polarisatie optreedt? Soms ligt de focus op het proces: hoe kom je tot preventie of tot samenwerking? Op andere plekken klinkt juist het resultaat door: wat bereik je ermee? Perspectieven die elkaar goed kunnen aanvullen.’