De stem van jongeren in Etten-Leur
Buurtbewoners klagen over brutaliteit, herrie en rommel van jongeren. Ook jongerenwerkers en wijkagenten voelen toenemende onvrede in hun contacten met jeugd. Dit is oktober 2020, in de gemeente Etten-Leur. De gemeente besluit te luisteren naar de hangjongeren en hoort het verhaal van jonge mensen die zich nergens meer welkom voelen. Niet op school, niet op straat, niet thuis.
Ouders zeggen dat je maar naar buiten moet gaan, want vrienden thuis ontvangen is vanwege de coronamaatregelen niet mogelijk. Omwonenden vragen of je ergens anders wilt gaan zitten omdat je de muziek te hard hebt aan staan. Docenten benadrukken dat je vooral niet na de les op school moet blijven hangen.
Irritatie voelbaar in de wijken
‘Dan ontstaat natuurlijk op een gegeven moment bij de jongeren irritatie’, zegt Manon Ostendorf, teamleider communicatie en veiligheid van de gemeente Etten-Leur. Het zijn juist situaties als deze waarom ze participeert in het leernetwerk depolarisatie, georganiseerd door de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS). Speciaal voor de hoofden communicatie van gemeenten en ambtenaren veiligheid en sociaal. Om te reflecteren op het vakmanschap communicatie én gezamenlijk te komen tot concrete handelingsperspectieven. Manon: ‘Vertrekpunt van het leernetwerk is het Denkkader Polarisatie van Bart Brandsma. Dat model heeft mijn denken gescherpt.’ De in het leernetwerk besproken strategieën kon Manon inzetten bij de situatie met de jeugd in Etten-Leur. ‘We gingen op zoek naar waar precies de angel zat. Pas nadat we echt gingen praten mét de jongeren in plaats van óver hen, werd duidelijk wat er speelde. We vroegen wat hen was overkomen. Wat bleek? Niet de coronamaatregelen zaten hen het meeste dwars, niet hun beperkte bewegingsvrijheid, maar het gevoel nergens meer welkom te zijn.’
"Pas nadat we echt gingen praten mét de jongeren in plaats van óver hen, werd duidelijk wat er speelde."
Laat je niet op voorhand afremmen
Die angel besloten Manon en haar collega’s eruit te trekken. Om te voorkomen dat gefrustreerde jongeren nog meer overlast zouden veroorzaken. En om hen te laten ervaren dat ze wél welkom zijn. Deze jonge mensen het vertrouwen geven dat ze er mogen zijn. Als tegenhanger voor verdere polarisatie. Maar hoe doe je dat? Het antwoord verzonnen zij niet vanachter hun bureau, maar door te vragen aan jongeren waaraan zij behoefte hadden. De burgemeester ging mee, casual gekleed in spijkerbroek. Haar boodschap aan de jongeren? ‘Ik ben ook jullie burgemeester.’ En zo maakten ze op een vrijdagavond samen hun opwachting tijdens het wekelijkse avondje voetballen dat de jongerenwerkers organiseerden. ‘Luisteren start met vragen stellen. Dat moet je natuurlijk wel durven. Je kunt je bijvoorbeeld op voorhand laten afremmen, omdat je bang bent dat ze met hele grote en kostbare wensen komen’. Het tegendeel bleek waar. Zo wilden de jongeren graag dat het zwembad een uurtje speciaal voor hen openging. Iets wat goed mogelijk bleek, omdat het land nog niet in een lockdown zat, zoals enkele maanden later wel het geval zou zijn.
Kickboksen
Er was wel even wat aarzeling over een andere wens van de jongeren: een workshop kickboksen. Manon: ‘Dit voelde wel heel erg out of the box. Kickboksen werd toch in de eerste plaats geassocieerd met agressie. Maar een collega binnen de gemeente die eerder ervaringen had opgedaan met deze kickbokstrainer leerde ons dat de sport zich niet alleen richt op het vergroten van de fysieke, maar ook de mentale weerbaarheid.’
Naar het midden bewegen
Juist dat versterken van weerbaarheid is essentieel, vindt Manon. ‘Iedereen weet dat jongeren openstaan voor nieuwe indrukken. Dat is positief. Alleen betekent het ook dat ze beïnvloedbaar zijn.’ Refererend aan het Denkkader van Bart Brandsma: ‘Je hoopt dat jongeren niet te veel meegaan met de “pushers” en de “joiners” op de polen. Kortom: met degenen met extreme standpunten. Zeker in deze periode waarin jongeren zo getergd worden, is het risico groot dat ze richting een van de polen schieten. Liever zie je dat jongeren groeien in hun mentale weerbaarheid en zelf blijven nadenken.’
Daarom investeert de gemeente Etten-Leur bewust in het ‘comfort van het midden’, zoals Manon het uitdrukt. Met een kickbokstrainer die het vertrouwen weet te winnen van jongeren. En door jongeren uit te nodigen voor die activiteiten die wel kunnen doorgaan onder de huidige maatregelen. Randvoorwaarden horen hier wel bij. ‘Ja, je bent welkom hier. Kom meedoen met voetbal. We vragen je wel om je aan onze regels te houden. Niet buiten rondhangen, geen overtredingen. Dat zijn de spelregels.’
Mensen willen gehoord en begrepen worden
En de gesprekken met de geïrriteerde buurtbewoners? Ook daar lag de nadruk op het zoeken naar verbinding. ‘Mensen willen gehoord en begrepen worden. Dat betekent luisteren, luisteren, luisteren’, zegt Manon. Op dat vlak is haar werk echt veranderd. ‘Als ik zo’n gesprek enkele jaren geleden had gevoerd, was ik veel eerder gaan vragen om wederzijds begrip. Nu ik langer luister, komt het begrip vanuit de buurtbewoners zelf.’
Manon ontdekte dat achter de woede om de overlast een gedeeld vraagstuk schuilging: bezorgdheid om de jeugd. Dat wist ze samen te vatten in de vorm van een verhaal waarin de buurtbewoners zich herkenden. Van dat narratief was het gemakkelijker om een aanknopingspunt voor een oplossing te vinden. ‘Wij ambtenaren komen graag snel met een oplossing. Dat is onze reflex. Maar dat kan aanmatigend overkomen op de ander. Het gaat er eerst om dat mensen zich erkend voelen in hun probleem. Dit is geen nieuw inzicht natuurlijk. Maar deze keer heb ik dat voor het eerst zo sterk ervaren.’
"Communicatie is nu meer dan ooit een hulpdienst. Een hulpdienst in crisistijd."
Verbinding zoeken
Het is een inzicht dat ze goed in haar werk kan gebruiken. Ze ziet steeds meer sociale crisissen en verruwingen in de samenleving ontstaan. Toch is verbinding zoeken en communiceren vanuit het tweede register geen kant en klaar recept dat altijd goed werkt, benadrukt ze. ‘Neem de avondklokrellen. Het ging gelukkig goed in Etten-Leur. Ik weet zeker dat het luisteren naar onze jongeren daaraan heeft bijgedragen. Maar ook ik liep met samengeknepen billen, want het had fout kunnen gaan. Dat heb je nooit volledig in de hand, ook al blijf je communiceren. Wat wel steeds duidelijk is geworden: communicatie is nu meer dan ooit een hulpdienst. Een hulpdienst in crisistijd . Waarbij je veel meer luistert dan praat.’