Wat gemeenten leerden in het kennislab extreemrechts
Het belagen van bestuurders op sociale media. Onrust rond de intocht van Sinterklaas. Een jongere die verontrustende uitspraken doet in de klas, het wijkcentrum en online. Hoe kunnen gemeenten het beste omgaan met extreemrechts? In het kennislab van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) profiteerden gemeenten van elkaars kunde, spijkerden zij hiaten in kennis bij en bespraken zij dilemma’s. Een gezamenlijke zoektocht naar stabiliserende en depolariserende reacties.
Sommige deelnemende gemeenten waren in de fase van ‘zicht krijgen op’ de aard en omvang van het vraagstuk. Anderen bogen zich over de vraag welke interventies het meest passend zijn.
Behoefte aan handelingsperspectieven
De gemeenschappelijke deler? De behoefte aan handelingsperspectieven. Zowel onder deelnemers uit het sociale als het veiligheidsdomein. Vanuit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ontvangen gemeenten bijvoorbeeld wel inzichten in wat voor fenomenen er zijn, maar daarmee is niet uitgekristalliseerd wat ze daarmee lokaal kunnen doen. Het kennislab was er daarom op gericht om beschikbare specialistische kennis toe te passen op concrete lokale vraagstukken. En daarin van elkaar te leren.
Experts die meepraten en meedenken
Afhankelijk van de thema’s vroeg de ESS mensen aan te schuiven, waaronder onafhankelijke onderzoekers op het gebied van extreemrechts en het voorkomen van radicalisering, experts van het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE), de NCTV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Een van de ESS adviseurs die betrokken was bij de opzet van het kennislab: ‘Ik moest in het begin wennen aan het open karakter ervan, je wilt toch een rode draad meegeven. Gedurende de sessies merkte ik steeds meer dat het goed was dat het programma niet al van tevoren was dichtgetimmerd en er veel ruimte was voor uitwisseling. De deelnemers waren erg betrokken, ze wisten elkaar te vinden, benaderen mij ook regelmatig, hadden goede ideeën waar ze aan wilden werken. En het lukte ons volgens mij goed om sprekers uit te nodigen die aansluiten bij de behoeften, de deelnemers waren telkens erg enthousiast over de sprekers en de ruimte voor interactie.’
Wat werd er zoals besproken in het kennislab? We lichten enkele onderwerpen uit.
Waar hebben we het precies over?
Als we het hebben over rechts-extremisme, radicaal- en extreemrechts, wat bedoelen we dan precies? Welke verschillen zijn er? Een expert leidde de deelnemers door definities heen. En besprak welke herkenningstekens er zijn binnen de verschillende groeperingen in Nederland. Hoe de samenleving reageert. Wat een school kan doen die te maken heeft met radicale ‘memes’. Hoe een gemeente kan handelen als een extreemrechtse groepering een demonstratieverbod indient. Want een demonstratie is in principe altijd toegestaan, tenzij… Zo werd de vertaalslag gemaakt van theorie naar lokale praktijk.
Wie is er vatbaar voor extreemrechtse ideeën?
Extreemrechts oefent een aantrekkingskracht uit op een deel van de Nederlanders. Hoe kan dat? Wat zit daarachter? De een radicaliseert bijvoorbeeld vanuit een ideologische trigger, de ander meer vanuit een bepaalde persoonlijkheidstrek. Wat betekent dat voor beleid?
Wie wanneer aanhaken?
Als een gemeente doorkrijgt dat er mogelijk iets broeit: wat dan? Wie te betrekken in welk stadium? Wanneer haakt een professional uit het sociale domein iemand uit het veiligheidsdomein aan en vice versa? Voor professionals kan dit een worsteling zijn, ook omdat de gevolgen voor individuen groot kunnen zijn als zij er naast zitten.
Hoe krijgen gemeenten helder wat er allemaal al gebeurt?
Het preventie-classificatiemodel onderscheidt primaire, secundaire en tertiaire preventie. In alle drie de fases is zowel expertise uit het veiligheids- en sociaal domein nodig. Gemeenten kunnen dit model gebruiken om te onderzoeken wat er al gebeurt op de verschillende niveaus en op de verschillende domeinen. Dat levert ook zicht op hoe de interventies elkaar kunnen versterken en hoe ze samenhangen. Daarnaast helpt het om een gezamenlijk perspectief en taal te creëren .
Welke informatiepositie kan een gemeente innemen?
Technisch is het mogelijk om groepen of individuen online te volgen. Om zo te weten wat er in de lokale samenleving speelt. Vanuit preventie misschien een logische gedachte, maar niet alles wat kan mag wettelijk. Daarover leven bij gemeenten vragen. In het kennislab werd stilgestaan bij wat wel en wat niet kan.
‘Het kennislab van het ESS heeft mij veel gebracht! Naast de laatste inzichten in het landschap van extreemrechts heb ik online veel collega’s mogen ontmoeten met inspirerende inzichten en interessante ervaringen. De reeks van boeiende sprekers waren samen met de uitstekende moderators aanleiding voor goede onderlinge gesprekken met collega’s in het land waarbij de praktijk altijd centraal stond. Dit heeft een impuls gegeven om bij ons het thema regionaal en integraal beter op de kaart te zetten, maar ook in het contact met personen en organisaties effectiever te kunnen duiden en waar mogelijk te interveniëren. Het kennislab is een aanrader voor elke professional die actief is binnen het werkveld van extreemrechts. En het smaakt naar meer!’ blikt één van de deelnemers terug.