Werkbezoek minister Koolmees Rotterdam: Evidence Based Werken

In augustus werd de Toolkit Evidence Based Werken gelanceerd, maar hoe werkt evaluatiegericht werken nu in de praktijk? Minister Koolmees bracht in dat kader een werkbezoek aan gemeente Rotterdam. Daar wordt door dialoog en ontmoeting gewerkt aan het voorkomen en tegengaan van maatschappelijke spanningen en radicalisering. De aanpak wordt op programma- en projectniveau geëvalueerd.

toneel

‘We vinden het altijd belangrijk om te weten of het werkt wat we doen, dat hebben we in 2017 gedaan met Amy-Jane Gielen’, vertelt Suzanne den Dulk, programmamanager aanpak radicalisering, extremisme en polarisatie. ‘De uitkomsten van het onderzoek lieten zien dat Rotterdam op de goede weg zit met een brede aanpak. Ook kwamen er aanbevelingen uit naar voren. Zo keken we eerst vooral met een veiligheidsbril naar maatschappelijke spanningen.’ 

In diversiteit zit vaak veel meer variatie

Inmiddels zijn in die verbreding ook stappen gezet en werkt het programmateam nauw samen met het programma Samenleven en Integratie. Remco Liu-van Dorp, sr. beleidsadviseur/coördinator Integratie & Samenleven: ‘Diversiteit is een feit, je kunt er van alles van vinden, maar diversiteit is de realiteit. Daar komt vanzelf ook ongemak bij kijken. Daar moet je het over kunnen hebben, op een normale manier, zonder de spanning meteen hoog op te bouwen en daarmee het ongemak juist te verergeren. Dat proberen wij vanuit ons programma ‘Relax. Dit is Rotterdam’ voor elkaar te krijgen.’ Die diversiteit wordt vanuit de gemeente ook intersectioneel genoemd: ‘Diversiteit past niet meer in de paar oorspronkelijke hokjes. Discriminatiegronden zoals seksuele voorkeur, afkomst en religie doorkruisen elkaar. De vrouwenemancipatie voor een witte vrouw is anders dan die van een vrouw van kleur, een LHBTI’er kan ook moslim zijn, enzovoort. Als je daar recht aan wilt doen, moet je dat erkennen en je richten op gelijkwaardigheid en inclusie van iedereen. ’ Andere lessons learned uit een eerdere evaluatie: peer education en het faciliteren van de ontmoeting.

De moeilijke onderwerpen bespreekbaar maken

Hoe die ontmoeting wordt georganiseerd illustreren verschillende projecten; van participatief toneel tot aan het rechtstreekse gesprekken met jongeren vanuit jongerenorganisaties. Alles wordt tussentijds geëvalueerd.

Zo maakt Stichting Formaat vanuit het Stadsatelier samen met bewoners uit Zuid een theatervoorstelling over alle onderwerpen die in de wijk spelen, van etnisch profileren, bureaucratie tot aan … Dat een aanpak als dit werkt vertelt onderzoeker Stijn Sieckelinck: ‘Het is aangetoond dat dit soort theater mensen helpt om zich uit te drukken. Door de mix van spel en werkelijkheid, door iemand anders te spelen, leren jongeren zichzelf te kennen.’ Zelf onderzoekt hij wat de resultaten zijn van het werk van Stichting Formaat in Oud-Crooswijk.

Ook de theatervoorstelling ‘Er zal een stilte vallen’ is geëvalueerd. De voorstelling gaat over religie, radicalisering, discriminatie, politiek en vrijheid. De geleerde lessen zijn meegenomen in de doorontwikkeling.

Niet alleen wordt de ontmoeting gefaciliteerd door middel van interventies op het gebied van kunst en cultuur. Rondom de lastige vraagstukken wordt ook het rechtstreekse gesprek gevoerd. Zo staat Stichting Jongerenwerk Op Zuid (JOZ) online en offline direct in contact met jongeren. Ze zitten in de haarvaten van de wijk en zorgen voor een continu contact. Niet alleen wanneer er problemen zijn, maar juist en ook in vredestijd. Hoe zij evalueren? Door iedere twee weken met partners de aanpak die zij hebben te bespreken. En iedere casus wordt nog eens extra onder de loep genomen.

Conclusies

Minister Koolmees concludeert tot slot: ‘Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor de preventieve kant voor het tegengaan van polarisatie door middel van de dialoog.’ Waarop ook wethouder Bert Wijbenga meegeeft:’ Verschillen kunnen leiden tot discussies, maar uiteindelijk komen we verder vanuit het besef dat we samen de stad mooier willen maken.’