OMEI-training: hoe herken je extreme idealen?

De ervaring leert dat je vele wegen moet bewandelen om radicaliseren tegen te gaan. In iedere gemeente gaat het erom de omstandigheden te optimaliseren rond opgroeien en opvoeden, om tijdig te signaleren dat jongeren afglijden en hen hulp te bieden die echt helpt. Of je nu werkt in het onderwijs, het sociaal werk of bij de gemeente: de lokale sociale basis is gebaat bij een sterk netwerk rond dit thema. En de training Omgaan met Extreme Idealen (OMEI) helpt daarbij, ontdekten jongerenwerkers uit de Overijsselse gemeente Rijssen-Holten.

De training is ontwikkeld door de Expertise-unit Sociale Stabiliteit van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De kern ervan: kennis en tips voor mensen die in hun werk met radicalisering te maken krijgen. En radicalisering beperkt zich niet tot de grote steden, zo bleek tijdens de landelijke werkbezoeken van rapporteur Naïma Azough en Sociaal Werk Nederland aan sociaalwerkorganisaties. Vandaar dat Sociaal Werk Ne-derland onder het motto Hou ze erbij ook sociaalwerkorganisaties uit kleinere gemeenten attendeerde op de OMEI-training.

Maar sinds wanneer is Rijssen-Holten een broeinest van radicalisme?

‘Alle problemen met jongeren die je elders ziet komen ook bij ons voor,’ aldus wethouder Bert Tijhof, die onder meer Jongeren en Onderwijs in zijn portefeuille heeft. ‘Criminaliteit, alcohol-gebruik, drugs, radicalisering, noem maar op.’ Bijzonder aan deze gemeente is wel dat de traditionele Hollandse verzuiling er nog doorwerkt, ook in het jongerenwerk. Bert Tijhof: ’We vormen het oostelijke uiteinde van de Bible Belt. En we hebben bijvoorbeeld een groep Syrisch-Orthodoxe christenen, zij zijn jaren geleden uit Syrië en Turkije gevlucht. Daarnaast zijn er nogal wat vluchtelingen uit Syrië met een andere achtergrond. Dat zorgt soms voor onderlinge spanningen, daar willen we ade-quaat op reageren.’

Groter platform voor extreme ideeën

Daarnaast zijn er net als overal jongeren die het om uiteenlopen-de redenen in het onderwijs niet redden. Bert Tijhoff: ‘Dat begint soms al bij twaalfjarigen die steeds verder afglijden en in aanraking komen met drank, drugs en verkeerde vrienden. Dat kan hen vatbaar maken voor extreme ideeën.’ ‘De samenleving verhardt,’ zegt ook Sanne Loos. Zij is coördinator bij de Stichting Speci-fiek Jongerenwerk (SSJ) die in ‘Pand 11’ risicojongeren in Rijssen-Holten een eigen stek biedt. ‘Jongeren zetten zich af tegen systemen, bijvoorbeeld omdat ze vanwege hun ach-ternaam geen stage kunnen vinden. Daarover uiten sommigen hun frustraties en daar-voor hebben ze dankzij social media een groter platform gekregen. Net als extreem-nationalistische jongeren trouwens. In beide groepen moet je investeren door in te zetten op overeenkomsten, niet op verschillen.’

‘Ze pikken onze baantjes in’

Ook straathoekwerker Tonny Schmit van SSJ volgde de training. ‘Ik maak contact met jongeren op de plekken waar die elkaar treffen. Ik praat met ze, vraag welke pro-blemen ze ervaren. Zo breng ik alle groepen in de gemeente in beeld. Dan heb je het over zo’n zeshon-derd jongeren.’ En hoe zit het met hun extreme denkbeelden? ‘Dat is heel divers. Je hebt jongeren die vrachtwagen-chauffeur of bouwvakker willen worden. Die zeggen: “Polen pikken onze baantjes in”. Dat leidt tot afkeer. Daarnaast heb je groepen die anti-moslim zijn, sinds de grote vluchtelingenstroom, zie je dat vaker. Fundamentalistische moslimjongeren? Nee, dat zijn er niet veel.’ Wat die laatsten betreft heeft hij in de OMEI-training overigens wel geleerd om niet in-houdelijk met hen in discussie te gaan. ‘Dat verlies je altijd. Je ben tenslotte geen theo-loog. En je loopt het gevaar dat ze door je tegenwerpingen juist nog extremer worden. Vraag liever naar hun persoonlijke omstandigheden, werk aan een vertrouwensrelatie. Zijn daar dingen waar je hen wél bij kan helpen?’

Een stukje film gemist

Het goed opvangen en verwerken van alarmerende signalen vergt de nodige expertise, onderstreept wethouder Tijhof. ‘Samen met buurgemeente Wierden hebben we drie avonden georganiseerd over alles wat met opvoeding te maken heeft. Daar kwamen honderden mensen op af. Dan merk je hoe snel de wereld verandert en dat sommige ouders een “stuk van de film” hebben gemist. En ook hoe moeilijk het is om juist de meest kwetsbare ouders en jongeren te bereiken.’ Op dat moment komen de jongerenwerkers in beeld. ‘De mensen van Pand 11 hebben veel in hun mars, die slagen er vaak wél in om een vertrouwensband op te bouwen met deze jongeren.’ De complexe kanten daarvan kwamen ook in de OMEI-training aan bod. Tonny Schmit: ‘Enerzijds wil je hen tijdig doorverwijzen naar gespecialiseerde hulpverleners als dat no-dig is, anderzijds moet je steeds oppassen dat ze je niet zien als verlengstuk van instanties.’

Aanrader

Meer kennis over de achtergronden van radicaal gedachtengoed helpt daarbij. Sanne Loos: ‘In de training werd dat vertaald naar micro-, meso- en macroniveau. En dan gaat niet alleen om Syriëgangers, maar om alle soorten extreme idealen.’ Tonny Schmit: ‘Het is absoluut een aanrader. Het helpt je om in je gesprekken steeds aan te sluiten bij het niveau waarop de jongere zit.’ Bert Tijhof: ‘De praktijk verandert altijd sneller dan bestuurders. Maar je mag geen ach-terstand oplopen, je moet meebewegen met de ontwikkelingen in de jongerengemeen-schap. Die gaan sneller dan een beleidscyclus. Dus je hebt de steun nodig van experts die dat in de gaten houden en zich voortdurend bijscholen.’ Niet alleen de deelnemers uit Rijssen-Holten zijn positief over de training. Ruim 95% (van de deelnemers die een evaluatieformulier hebben ingevuld) vindt de training redelijk tot zeer nuttig, blijkt uit cijfers van het ministerie van SZW.

De Training Omgaan met Extreme Idealen (OMEI) is nu ook beschikbaar voor kleinere gemeenten én sociaalwerkorganisaties. Lees hier over de training.

Bron: Sociaal Werk Nederland